De speurtocht naar hulp.
Blij en vol verwachting stapten zij de vergaderruimte in. Na jarenlang overleg met school over de kinderen was er eindelijk een doorbraak. De kinderen waren getest en de uitslagen waren duidelijk. Nu zou school toch zeker met hen op één lijn komen te staan. Nu zou school inzien dat de kinderen aan het onderpresteren waren en dat zij daar niet happy door waren geworden. Nu zouden er deuren open gaan en dingen veranderen. Dachten zij.
Gedesillusioneerd stapten zij weer naar buiten. School kon niets voor hen betekenen zeiden zij. Ze waren bezig zich te verdiepen in de problematiek rondom hoogbegaafdheid, maar dit proces stond pas in de kinderschoenen. Ze konden niets voor hen doen. Er zou geen zorgplan geschreven worden, de leerkrachten zouden ieder voor zich proberen tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte van de kinderen, maar één lijn of één visie konden zij hen niet bieden. Dat hun kinderen fysiek ziek werden door de stressklachten die zij ervoeren was erg vervelend, maar zoals gezegd, er was nog geen visie ontwikkeld. Ze konden niets doen.
Zo sloot de deur zich achter hen.
Gelukkig opende er ook weer een deur. Eén van een nieuwe school. Of eigenlijk twee deuren gingen open: één in het basisonderwijs, één in het voortgezet onderwijs. Vol goede moed startten de kinderen. Fysieke klachten verminderden en plezier in leren begon langzaam weer te ontwikkelen. Het onderpresteren bleef echter en dat hier en daar faalangst de kop op stak, dat baarde de ouders toch wel wat zorgen.
Met enigszins bibberende benen stapten de ouders weer een vergaderruimte binnen. De herinnering aan de dichtslaande deur, na hun laatste gesprek op de oude school, lag nog vers in hun herinnering. Op de nieuwe scholen vielen de deuren niet meteen dicht toen de ouders hun zorgen aankaartten. Eén bleef half open (of iets meer), de ander bleef op een kier openstaan.
Er was nog wel een horde te nemen. Opvallend was dat vooral prestaties op taalgebied achterbleven en prestaties op vakken waarbij veel gelezen moest worden. Twee jaar (!) remedial teaching op de oude school, had blijkbaar zijn vruchten niet afgeworpen. De schooldossiers werden opgevraagd en de zorgen en resultaten voorgelegd aan een GZ psycholoog gespecialiseerd in hoogbegaafdheid en leerproblemen. Zij zag aanwijzingen om te testen op dyslexie en stelde een reeks testen voor.
Zo gezegd, zo gedaan… Weer een doorbraak! Er bleek inderdaad bij twee van hun kinderen sprake te zijn van dyslexie. Vandaar de tegenvallende resultaten op taalgebied op cito’s en na RT. Opgelucht, ondanks een diagnose, deelden de ouders de testverslagen met de nieuwe scholen. En dat niet alleen, ze vierden zelfs een klein feestje. Eindelijk nog meer duidelijkheid en handvaten om verder te komen. Dit zou de deuren vast verder openen.
Ja en nee. De combinatie van hoogbegaafdheid en dyslexie blijkt heel lastig te zijn in het onderwijs. Aan de ene kant is het nodig dat er extra uitdaging geboden wordt, aan de andere kant is extra oefenen op taalgebied ook nodig. Hoe kan je compacten en verrijken en tegelijkertijd zorgen dat er voldoende oefening blijft bestaan? En wat is voldoende oefening bij deze groep kinderen? Een flinke opgave.
Daarnaast is het ook heel lastig om ieder kind op het moment dat er een stoornis vastgesteld wordt, direct te bedienen van passende hulpmiddelen. Er bestaan vele mooie hulpmiddelen waarbij boeken omgezet worden middels spraaksoftware zodat je een boek kunt luisteren en meelezen. Een goede manier ook om extra te oefenen met (mee)lezen en je snelheid te trainen. Ondoenlijk natuurlijk om iedere maand iemand van een licentie te voorzien en instructie te geven. Toch? Of, …?
Kon die deur nog maar iets verder open.
Wat betreft het voorgezet onderwijs is het tegemoet komen aan hoogbegaafden zo wie zo lastig lijkt het. Differentiatie gebeurd op onderwijsniveau, maar wat als je onderpresteert en wat als VWO nog steeds niet passend is bij jouw onderwijsbehoefte/ leerstijl. Wat dan? Met super cijfers zijn er best nog wat mogelijkheden. Uitdagende projecten zijn beschikbaar. Maar dus alleen voor de mensen met hoge cijfers. En die hele groep die niet tot presteren komt? Wat zijn de mogelijkheden daarvoor? Vaak worden de niet presterende hoogbegaafde jongeren ‘gewoon’ een niveau naar beneden geplaatst. Het probleem van onderpresteren is daarmee echter niet opgelost, hoewel scholen dat soms toch lijken te denken.
Deze ouders bibberen inmiddels niet meer wanneer ze een ruimte binnen lopen voor overleg. Ze lopen ook geen ruimtes meer binnen, ze klimmen in de pen. Heel handig. Als je mailt is alles direct schriftelijk vastgelegd en kan iedereen terug lezen wat er gezegd is. Pardon, geschreven. Dat blijkt voor alle partijen heel duidelijk. Daarnaast is het mogelijk om een mail nog eens door te sturen wanneer onverhoopt een antwoord uitblijft. Datum en tijd van de eerste mail is direct zichtbaar en jezelf herhalen is niet meer nodig want de boodschap is direct leesbaar. Ook is het mogelijk iemand in de CC zetten, die leest dan de mail-conversatie mee. Dit werkt erg goed als pressie middel om antwoorden te krijgen op gestelde vragen. Het is net alsof er iemand mee kijkt over jouw schouders op dat moment. [noot auteur: Gedraag jij je keurig als je weet dat je geobserveerd wordt? Ik wel in ieder geval. Of tenminste, ik probeer het.] Dit blijkt te helpen
Ouders hebben er nu vooral last van dat ze zichzelf als zeur-ouders beginnen te voelen. De deuren staan open, half open of op een kier, maar toch. Antwoorden op vragen blijven uit. Zorgplannen blijven uit. Hulpmiddelen blijven uit. Dus zij mailen, mailen nog eens, CC-en, … tot ze er bijna moedeloos van worden. Toch blijven ze positief, de deuren zijn nog open…
De kans op uitval van school door hun kinderen blijft echter op de achtergrond aanwezig. En soms ook op de voorgrond. Bepaalde vaardigheden hebben de kinderen niet ‘automatisch’ geleerd/ ontwikkeld op de basisschool. Inzetten, doorzetten, falen (fouten maken), hiermee omgaan, andere strategieën inzetten, positief denken, … dit hebben ze overgeslagen op de lagere school. Soms is de spanning zo groot dat naar school gaan niet lukt door de fysieke ongemakken die ontstaan. Niet of weinig slapen, buikpijn, misselijkheid, hoofdpijn, … soms voelen zij zich zo ziek dat naar school gaan niet mogelijk is.
Gelukkig lijken de scholen deze problemen beter te begrijpen en gaan de deuren op zo’n moment verder open. Opeens is er een cursus zelfvertrouwen om beter om te leren gaan met faalangst. Is er begrip voor de angst (weer) een black-out te krijgen op een toets en probeert men te helpen. Fijn dat de deur dan opeens weer wagenwijd openstaat. De ouders houden goede moed, klimmen af en toe in de pen, en hopelijk komt zo alles uiteindelijk helemaal goed.
Steef